Algemeen
Aan zijn de gladde geweiachtige vertakkingen is hij te onderscheiden van A. damicornis. Het dier vestigt zich op harde ondergrond op plekken waar luwe stroming staat. Sponzen vangen hun voedsel door het filteren van water. Door kleine instroom openingen komt het water binnen waarin het voedsel zit wat uit algen, bacteriën en organische stoffen bestaat. Tevens komt er met het water ook de zuurstof mee naar binnen, die het dier nodig heeft. Via een kanaalsysteem en speciale cellen wordt het materiaal bewerkt zodat het bruikbaar is. Afval en niet verteerbare producten worden met kracht door de uitstroomopeningen naar buiten gewerkt zodat ze ver genoeg van de instroomopeningen vandaan zijn. Deze uitstroomopeningen zijn duidelijk zichtbaar op deze A. verrucosa.
De meeste sponzen zijn hermafrodiet en produceren dus zowel eitjes als sperma in hun lichaam. De larven verlaten het lichaam en vestigen zich binnen 24 uur. Sponzen kunnen zich echter ook vermeerderen door splitsing.

Afmetingen
Individuen worden 10 tot 15 cm hoog de vertakkingen hebben een doorsnee van 1 tot 2 cm.

Kleur
De kleur is geel tot okerkleurig.

Habitat
Vanaf een diepte van ongeveer 10 meter

Verspreiding
Middellandse zee en de aangrenzende Atlantische kusten.